decompileerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: decompileerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·com·pi·leer·de
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| decompileren |
decompileerde
- enkelvoud verleden tijd van decompileren
- Ik decompileerde.
- Jij decompileerde.
- Hij, zij, het decompileerde.
- Ik decompileerde.