front
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: front (hulp, bestand)
Woordafbreking
- front
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorzijde’ voor het eerst aangetroffen in 1683 [1] [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | front | fronten |
| verkleinwoord | frontje | frontjes |
Zelfstandig naamwoord
het front o [3]
- voorkant, voorzijde
- (militair) voorste gevechtslinie van een leger in een oorlog, frontlinie
- (meteorologie) de begrenzing tussen twee luchtmassa's met een andere temperatuur
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- Front maken
tot verweer gereed staan [4]
Vertalingen
2. gevechtslinie
2. begrenzing tussen twee luchtmassa's
|
Gangbaarheid
- Het woord front staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "front" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "front" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ front op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Stoett, www.dbnl.org
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Catalaans
| enkelvoud | meervoud |
|---|---|
| front | fronts |
Zelfstandig naamwoord
front m
Engels
Uitspraak
- Geluid: front (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /fɹʌnt/
| enkelvoud | meervoud |
|---|---|
| front | fronts |
Zelfstandig naamwoord
front
Frans
Uitspraak
- Geluid: front (hulp, bestand)
- IPA: /fʁɔ̃/
| enkelvoud | meervoud | ||
|---|---|---|---|
| zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
| front | le front | fronts | les fronts |
Zelfstandig naamwoord
front m
Afgeleide begrippen
- [4] front froid
- [4] front chaud
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /frɔnt/
Zelfstandig naamwoord
front