frontend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  frontend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • front·end
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord frontend frontends
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

defrontendm

  1. (informatica) deel van een applicatie dat voor de gebruiker zichtbaar is als hij ermee communiceert, met name de gebruikersinterface (een command-line-interface of een grafische gebruikersomgeving (GUI))

Gangbaarheid

  • Het woord frontend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie