labyrint

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  labyrint    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • la·by·rint
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘doolhof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1650 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord labyrint labyrinten
verkleinwoord labyrintje labyrintjes

Zelfstandig naamwoord

hetlabyrinto

  1. een stelsel van paden of dwaalwegen, zodanig aangelegd dat men daarin moeilijk de weg kan vinden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord labyrint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen