methode
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: methode (hulp, bestand)
- IPA: /meˈtodə/
Woordafbreking
- me·tho·de
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vaste manier van handelen’ voor het eerst aangetroffen in 1622 [1]
- Via het Franse méthode en het Latijnse methodus ontleend aan het Oudgriekse μέθοδος (methodos; "navorsing, wetenschappelijke methode, stelling"), zelf een afleiding van ὁδος ("weg") met het voorvoegsel μετά ("met, na")
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | methode | methodes methoden |
| verkleinwoord | methodetje | methodetjes |
Zelfstandig naamwoord
de methode v
- een werkwijze
- een systeem
- Hitler en het nazisme zijn weliswaar geschiedenis, stelt hij, maar de methodes en de mentaliteit van het nazisme zijn onder ons.[2]
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- methodegebonden, methodeleer, methodeonderwijs, methodeonderzoek, methodeschool, methodestrijd, methodiek, methodisch, methodisme, methodist, methodologie
Vertalingen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
Gangbaarheid
- Het woord methode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "methode" herkend door:
| 99 % | van de Nederlanders; |
| 99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "methode" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ www.nrc.nl (27 feb 2025)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
methode
Stellingwerfs
Zelfstandig naamwoord
methode