muziekleraren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  muziekleraren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mu·ziek·le·ra·ren

Zelfstandig naamwoord

demuzieklerarenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord muziekleraar

Gangbaarheid

  • Het woord muziekleraren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.