muziekleraar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  muziekleraar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mu·ziek·le·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muziekleraar muziekleraars
muziekleraren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

demuziekleraarm

  1. (muziek) (onderwijs) (beroep) iemand waarbij men lessen in muziek kan volgen
  2. (onderwijs) (beroep) een leraar die les geeft in het schoolvak waarin geleerd wordt over muziek en gespeeld wordt op instrumenten.
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord muziekleraar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.