project

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  project    (hulp, bestand)
  • IPA: /proˈjɛkt/
Woordafbreking
  • pro·ject
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘ontwerp, plan’ voor het eerst aangetroffen in 1613 [1]
  • Mogelijk via het Frans afgeleid van het Latijnse prōiectum, wat "het naar voren geworpene" of "het voorgeworpene" betekent[2] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord project projecten
verkleinwoord projectje projectjes

Zelfstandig naamwoord

hetprojecto

  1. een zaak die men denkt uit te voeren of te onderzoeken binnen een bepaalde tijd
    • Het WikiWoordenboek is een project om alle woorden uit alle talen te bundelen in één woordenboek. 
     'Joodse wijk? Nee, die bordjes zijn vorig jaar bevestigd in het kader van een multicultureel project van de gemeente.[3]
     " Nou pa, elke keer dat we een nieuw project aangaan, denk ik aan jou en vraag ik me af waar jij die eerste steen zou planten ' Lauren lijkt zich even te moeten herpakken, maar heft dan haar glas.[4]
Hyponiemen
  • onderzoeksproject
  • ontwikkelingsproject
  • ontwikkelproject
  • oosterscheldeproject
  • opensourceproject
  • opleidingsproject
  • opvangproject
  • opvoedingsproject
  • organisatieproject
  • overbrengingsproject
  • overheidsproject
  • paspoortproject
  • pc-privéproject
  • pilootproject
  • pilotproject
  • poëzieproject
  • praktijkproject
  • prestigeproject
  • preventieproject
  • privatiseringsproject
  • proefproject
  • programmatuurproject
  • re-integratieproject
  • recreatieproject
  • remigratieproject
  • renovatieproject
  • researchproject
  • restauratieproject
  • ruimtevaartproject
  • samenwerkingsproject
  • saneringsproject
  • satellietproject
  • schaduwproject
  • scholenproject
  • scholingsproject
  • schoolproject
  • schooltuinproject
  • schoolverlatersproject
  • sleutelproject
  • softwareproject
  • soloproject
  • spoorproject
  • sportproject
  • stadsproject
  • stadsvernieuwingsproject
  • stageproject
  • standaardproject
  • stationsproject
  • stimuleringsproject
  • stoelenproject
  • straatjunkenproject
  • studieproject
  • stuwdamproject
  • subsidieproject
  • supportersproject
  • taalproject
  • televisieproject
  • tentoonstellingsproject
  • terugkeerproject
  • terugploegproject
  • testproject
  • tewerkstellingsproject
  • theaterproject
  • thuislozenproject
  • toekomstproject
  • totaalproject
  • tuinbouwproject
  • tunnelproject
  • turnkeyproject
  • tv-project
  • uitbreidingsproject
  • uitpondproject
  • uitwisselingsproject
  • vastgoedproject
  • verbeteringsproject
  • verbeterproject
  • verkeersproject
  • vernieuwingsproject
  • vertaalproject
  • vervoersproject
  • vervolgproject
  • verwervingsproject
  • videoproject
  • viditelproject
  • voedselproject
  • voetbalproject
  • voorbeeldproject
  • voorlichtingsproject
  • voorproject
  • vredesproject
  • vrijwilligersproject
  • waterbouwproject
  • waterproject
  • waterzuiveringproject
  • wegenbouwproject
  • werkervaringsproject
  • werkgelegenheidsproject
  • werklozenproject
  • werkproject
  • werkstructureringsproject
  • werkverschaffingsproject
  • Wikimediaproject
  • windenergieproject
  • woningbouwproject
  • woon-werkproject
  • woonproject
Afgeleide begrippen
  • projectaanpak
  • projectaanvraag
  • projectachtig
  • projectadministratie
  • projectadviseur
  • projectbasis
  • projectbegeleider
  • projectbegeleiding
  • projectbegroting
  • projectbeheer
  • projectbeheersing
  • projectberekening
  • projectbeschrijving
  • projectbesluit
  • projectbesturing
  • projectbewerker
  • projectbudget
  • projectbureau
  • projectcoördinatie
  • projectcoördinator
  • projectcyclus
  • projectdag
  • projectdeel
  • projectdefinitie
  • projectdirecteur
  • projectdirectie
  • projectdocumentatie
  • projectdoelstelling
  • projectdossier
  • projectdrager
  • projectduur
  • projecteigenaar
  • projectenbestand
  • projectenlijst
  • projectenmaker
  • projectenoverzicht
  • projectenpakket
  • projectfase
  • projectfasering
  • projectfiche
  • projectfinanciering
  • projectgebied
  • projectgebonden
  • projectgegevens
  • projectgericht
  • projectgewijs
  • projectgoed
  • projectgroep
  • projectherberekening
  • projecthouder
  • projecthulp
  • projectidee
  • projectinformatie
  • projectingenieur
  • projectinrichting
  • projectjaar
  • projectkoor
  • projectkosten
  • projectorganisatie
  • projectpagina
  • projectperiode
  • projectplan
  • projectplanning
  • projectportfolio
  • projectreferentie
  • projectresearch
  • projectresultaat
  • projectschool
  • projectstadium
  • projectstructuur
  • projectsubsidie
  • projectteam
  • projecttype
  • projectuitvoering
  • projecturen
  • projectvennootschap
  • projectverantwoordelijke
  • projectverslag
  • projectvoorbereiding
  • projectvoorstel
  • projectvoortgang
  • projectvorm
  • projectweek
  • projectwerk
  • projectwerking
  • projectwerkzaamheid
  • projectwethouder
  • projectzone
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord project staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  project (VS)    (hulp, bestand) (ww.)
  • Geluid:  project (CA)    (hulp, bestand) (ww.)
  • Geluid:  project (CA)    (hulp, bestand) (zn.)
  • IPA: /ˈpɻɑʤεkt/
Woordafbreking
  • proj·ect
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
project projects

Zelfstandig naamwoord

project

  1. ontwerp, plan [3]
  2. project
  3. (AE) (wonen) woningbouwproject
vervoeging
onbepaalde wijs to  project 
he/she/it  projects 
verleden tijd  projected 
voltooid
deelwoord
 projected 
onvoltooid
deelwoord
 projecting 
gebiedende wijs  project 

Werkwoord

project

  1. onovergankelijk uitsteken [1]
  2. onovergankelijk te horen zijn
  3. overgankelijk een plan/schets e.d. maken voor, ontwerpen
  4. overgankelijk projecteren
  5. overgankelijk afbeelden, uitbeelden

Verwijzingen

  1. project, Online Etymology Dictionary