projecteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: projecteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pro·jec·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘ontwerpen, bepalen’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
- van het Latijnse proicere (vooruitwerpen) [2]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| projecteren |
projecteerde |
geprojecteerd |
| zwak -d | volledig | |
Werkwoord
projecteren overgankelijk [3]
- optisch reproduceren op een scherm (d.m.v. een projector)
- ▸ Om de Rotterdammers een handje te helpen, is een projector naast de vuilnisbakken geplaatst. Die projecteert beelden van een levensgrote rat bij de container. De projectie van het knaagdier wordt afgewisseld met de tekst: "Voorkom ratten."[4]
- (wiskunde) een al of niet ruimtelijke figuur volgens bepaalde regels afbeelden op een plat vlak
- (psychologie) eigen gevoelens, gedachten toeschrijven aan anderen
- ontwerpen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord projecteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "projecteren" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ "projecteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ projecteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Projectie van rat moet Rotterdammers overhalen afval in de container te gooien” (woensdag 19 februari 2025), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be