tael
Drents
Zelfstandig naamwoord
tael
- (taalkunde) taal; een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
Nedersaksisch
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | tael | taelen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
tael
- (taalkunde) taal; een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
|
Afgeleide begrippen
Stellingwerfs
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | tael | taelen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
tael
- (taalkunde) taal; een systeem van spraakklanken door middel waarvan mensen met elkaar communiceren en de schriftelijke vastlegging hiervan
Afgeleide begrippen
Zeeuws
Zelfstandig naamwoord
tael
- taal
- «Duuts is 'n tael van Duutsland.»
- Duits is een taal van Duitsland.
- «Duuts is 'n tael van Duutsland.»