tandtechnicus

Nederlands

Uitspraak

Geluid: tandtechnicus (hulp, bestand)

Woordafbreking

tand·tech·ni·cus

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van tand en technicus

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tandtechnicus	tandtechnici tandtechnicussen
verkleinwoord	tandtechnicusje	tandtechnicusjes

Zelfstandig naamwoord

de tandtechnicus m

(beroep) de maker van kunstgebitten en kunsttanden

Afgeleide begrippen

tandtechnici meervoud

Vertalingen

1. de maker van kunstgebitten en kunsttanden

Duits: Zahntechniker ^(de) m
Engels: dental technician ^(en)

Frans: prothésiste dentaire ^(fr)
Spaans: mecánico dental ^(es) m

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

Het woord tandtechnicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.