tandtechnicusje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tandtechnicusje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tand·tech·ni·cus·je

Zelfstandig naamwoord

het tandtechnicusje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tandtechnicus
Dit artikel is uitgegeven door WikiWoordenboek. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.