uitsparen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitsparen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·spa·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en sparen
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| uitsparen |
spaarde uit |
uitgespaard |
| zwak -d | volledig | |
Werkwoord
uitsparen
Verwante begrippen
- bezuinigen, sparen, uitwinnen, uitzuinigen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uitsparen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitsparen" herkend door:
| 97 % | van de Nederlanders; |
| 98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be