werkprogramma
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: werkprogramma (hulp, bestand)
- IPA: /'wɛrkproxrɑma/
Woordafbreking
- werk·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werk zn en programma zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | werkprogramma | werkprogramma's |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het werkprogramma o
- beschrijving van welke werkzaamheden in welke volgorde verricht dienen te worden
- Hij had een uitdagend werkprogamma voor 2017 gemaakt.
Gangbaarheid
- Het woord werkprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.