zendbode
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zendbode (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zend·bo·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zend ww en bode
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zendbode | zendboden zendbodes |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zendbode m
- iemand die gezonden werd met een boodschap of als afgevaardigde
- De zendbode is door de telefoon en het internet geheel overbodig geworden.
Gangbaarheid
- Het woord 'zendbode' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zendbode" herkend door:
| 70 % | van de Nederlanders; |
| 77 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be