zendeling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zendeling    (hulp, bestand)
  • IPA: /'zɛndəlɪŋ/
Woordafbreking
  • zen·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zendeling zendelingen
verkleinwoord zendelingetje zendelingetjes

Zelfstandig naamwoord

dezendelingm

  1. persoon die uitgezonden wordt om mensen tot het geloof in het protestantse christendom te bekeren
    • De zendelingen legden de grondslag voor de latere universiteit van Fort Hare en speelden daarmee een grote rol in de nog latere strijd tegen de apartheid. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zendeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be