zenden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zenden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zen·den
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘sturen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| zenden |
zond |
gezonden |
| klasse 3 | volledig | |
Werkwoord
zenden
- sturen
- Ik had je eergisteren die brief gezonden.
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zenden" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ "zenden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be