zijbeukje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zijbeukje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zij·beuk·je

Zelfstandig naamwoord

hetzijbeukjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zijbeuk

Gangbaarheid

  • Het woord zijbeukje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.