zijne
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zijne (hulp, bestand)
- IPA: /ˈzɛi̯nə/
| enkelvoud | meervoud | |||
|---|---|---|---|---|
| bijvoeglijk | zelfstandig | bijvoeglijk | zelfstandig | |
| 1e persoon | mijn m'n | mijne | ons, onze | onze |
| 2e persoon (informeel) |
jouw je | jouwe | jullie je | - |
| 2e persoon (formeel) (regionaal) |
uw | uwe | uw | uwe |
| 3e persoon (mannelijk) |
zijn z'n | zijne | hun | hunne |
| 3e persoon (vrouwelijk) |
haar d'r, 'r | hare | ||
| 3e persoon (onzijdig) |
zijn z'n (ervan) | zijne | ||
| 3e persoon (genderneutraal) |
hun | hunne | ||
| Boven: benadrukte vorm. Onder: onbenadrukte vorm | ||||
Woordafbreking
- zij·ne
Bezittelijk voornaamwoord
zijne
- zelfstandige vorm van zijn, derde persoon enkelvoud mannelijk
- (verouderd) verbogen vorm van zijn
- Zijne Majesteit komt op bezoek.
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zijne | zijnen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de zijne v / m
- zelfstandig gebruikt bezittelijk voornaamwoord: een persoon die tot hem behoort
- Deze man is een van de zijnen.
Uitdrukkingen en gezegden
- ieder het zijne
men krijgt wat men verdient
- Grammaticaal zijn bovenstaande vormen ook geldig voor het onzijdig, maar zij worden vrijwel alleen voor mannelijke personen gebruikt.
Gangbaarheid
- Het woord zijne staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zijne" herkend door:
| 96 % | van de Nederlanders; |
| 80 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Jessie Burton vert. Marja Borg“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789024574704
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be