-dom
Nederlands
Niet te verwarren met: dom |
Huidig bestand |
---|
31 |
Uitspraak
- Geluid: -dom (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van stand, eer [1]
Achtervoegsel
-dom m [2]
- toestand die het eerste lid noemt
-dom o
- grondgebied dat bestuurd wordt door de genoemde persoon
- het geheel van alle individuen die het eerste lid noemt
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord '-dom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.