-een
Nederlands
Huidig bestand |
---|
23 |
Uitspraak
- Geluid: -een (hulp, bestand)
- IPA: / en / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- -een
Woordherkomst en -opbouw
Achtervoegsel
-een m
- (mannelijke) bewoner van het land, de plaats of het gebied
- (scheikunde) voor de vorming van namen van onverzadigde koolwaterstoffen waarin één paar koolstofatomen verbonden is door een dubbele binding (CnH2n)
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord '-een' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ -een op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Dumas J, Péligot E.Mémoire sur l’Esprit-de-Bois et les Divers Composés Éthéres qui en Proviennent. (27 oktober / 3 november 1834) in:Gay-Lussac & Arago (red.)Annales de chimie et de physique, jrg. 58 (1935), Crochard, Parijs, p. 9 op bnf.fr
- ↑ Weblink bron (3 juni 2019) in: Acetylene (and Hydrocarbon Suffixes) op chemtymology.co.uk
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.