96-jarig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  96-jarig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɛsəˌneɣə(n)təxˌjarəx/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • 96-ja·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstellende afleiding van 96 en  jaar zn  met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen 96-jarig
verbogen 96-jarige
partitief 96-jarigs

Bijvoeglijk naamwoord

96-jarig

  1. 96 jaren durend
    • De Baskische ploeg bereikte voor het eerst in zijn 96-jarig bestaan de finale van de zogeheten Copa del Rey. [1]
  2. met de leeftijd van 96 jaar
    • De 96-jarige dame die op 3 juli het slachtoffer werd van een gewelddadige handtasdiefstal in Laken, is zaterdag overleden. [2]
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 96-jarig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.