Feiertage

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Feiertage    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈfaɪ̯ɐˌtaːɡə /
Woordafbreking
  • Fei·er·ta·ge
Naar frequentie 12431

Zelfstandig naamwoord

Feiertage

  1. nominatief mannelijk meervoud van Feiertag

Feiertage

  1. genitief mannelijk meervoud van Feiertag

Feiertage

  1. accusatief mannelijk meervoud van Feiertag
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.