Feiertagen

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Feiertagen    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈfaɪ̯ɐˌtaːɡn̩ /
Woordafbreking
  • Fei·er·ta·gen
Naar frequentie 22242

Zelfstandig naamwoord

Feiertagen

  1. datief mannelijk meervoud van Feiertag
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.