Monumentendagen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Monumentendagen    (hulp, bestand)
  • IPA: / monyˈmɛntə(n)ˌdɑɣə(n) / (6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Mo·nu·men·ten·da·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de Monumentendagen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord Monumentendag
    ▸ ⧖ Onze Bestuursleden waren in de gelegenheid, de beide eerste Monumentendagen, te Amsterdam en te ’s-Gravenhage, bij te wonen, op initiatief van onze Vereeniging en een zestal andere belegd.[1]
Opmerkingen
  • Dit woord wordt volgens spellingregel 16.A met een hoofdletter geschreven als het om de naam van concrete evenementen gaat. Het kan ook voorkomen als soortnaam voor een type evenementen en wordt dan met een kleine letter "monumentendagen" geschreven.

Gangbaarheid

  • Het woord Monumentendagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron Zesde jaarverslag (5 maart 1929) in: Tweede jaarboek van "De Hollandsche Molen" (1934), Vereeniging tot Behoud van Molens in Nederland, Amsterdam, p. 53
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.