Monumentendag

Niet te verwarren met: monumentendag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Monumentendag    (hulp, bestand)
  • IPA: /monyˈmɛntə(n)ˌdɑx/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Mo·nu·men·ten·dag
Woordherkomst en -opbouw
  •  monumentendag zn  geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.A als het niet als soortnaam voor dit type evenementen wordt gebruikt, als benaming voor een evenement aangetroffen vanaf 1928 (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord MonumentendagMonumentendags Monumentendagen
verkleinwoord -- -

Eigennaam

Monumentendag m

  1. (cultuur) eendaags evenment (vaak jaarlijks terugkerend) waarop extra aandacht wordt gegeven aan cultureel erfgoed
     In Alphen stond de initiatiefgroep Dichter bij Bloem klaar om iets te organiseren, in elk geval op Monumentendag. ‘Dichters, performers, poëzie-liefhebbers en iedereen die Bloem óók een warm hart toedraagt krijgt nu de kans iets leuks met de gedichten van Bloem te doen. Dat kan bijvoorbeeld in of bij een van de opengestelde monumenten, in de sfeer van een straattheater in de openbare ruimte, of als onderdeel in een orgelconcert.[2]
      Zaterdag j.l. is te Amsterdam de eerste „Monumentendag" gehouden onder voorzitterschap van prof. A. W. Byvanck, hoogleeraar te Leiden.[3]
Hyponiemen
  • Open Monumentendag

Gangbaarheid

  • Het woord Monumentendag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Arjen Fortuin
    “J.C. Bloem onder de morele maaimachine van het Alphense CDA” (24 juni 2016) op nrc.nl
  3. Weblink bron De eerste Monumentendag in: Algemeen Handelsblad , jrg. 101 nr. 32685 (24 februari 1928), P. den Hengst en Zoon, Amsterdam, p. 8 kol. 2
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.