Noord-Brabants
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Noord-Brabants (hulp, bestand)
- IPA: / nordˈbrabɑnts / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Noord-Bra·bants
Woordherkomst en -opbouw
- bn: afgeleid van Noord-Brabant en met het achtervoegsel -s
- en: Noord-Brabant en met de uitgang -s
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Noord-Brabants | Noord-Brabantser | Noord-Brabantst |
verbogen | Noord-Brabantse | Noord-Brabantsere | Noord-Brabantste |
partitief | Noord-Brabants | Noord-Brabantsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Noord-Brabants
- (demoniem) van, uit, betreffende of als in Noord-Brabant
- ▸ Inmiddels is het bedrijf bezig met de eerste lading van in totaal 50.000 mondkapjes die in de loop van volgende week bij een Noord-Brabants ziekenhuis wordt afgeleverd.[1]
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bezitsvorm eigennaam.
Eigennaam
Noord-Brabants
- genitief onzijdig enkelvoud van Noord-Brabant
- ▸ Den Bosch wacht op je. Noord-Brabants hoofdstad ademt gezelligheid en de sfeer van het goede leven.[2]
Gangbaarheid
- Het woord Noord-Brabants staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Nederlands bedrijf maakt miljoenen mondkapjes voor Azië, amper voor hier” (19 maart 2020) op nu.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Fabienne Peters“Zin in zonnige terrassen, kleurrijke jumpsuits en Bossche Bollen? Ga een dagje naar Den Bosch!” (8 juli 2018) op happinez.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.