Sturz

Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Sturz

Zelfstandig naamwoord

Sturz m

  1. neergang, val, instorting
  2. (bouwkunde) latei
    «Der Sturz vom Pferd und Reiter»
    De val van paard en ruiter.
Verbuiging
  • der Sturz, des Sturzes, Stürze und Sturze
Synoniemen
  • [1] Fall
Afgeleide begrippen
  • [1] Absturz
  • [2] Fenstersturz, Türsturz
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.