aaneengroeiing

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aaneengroeiing    (hulp, bestand)
  • IPA: /anˈenɣrujɪŋ/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·een·groei·ing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aaneengroeiing aaneengroeiingen
verkleinwoord aaneengroeiinkje aaneengroeiinkjes

Zelfstandig naamwoord

deaaneengroeiingv

  1. het aan elkaar vast groeien of gegroeid zijn
    • Een aaneengroeiing van dorpen. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aaneengroeiing' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.