aangeleerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangeleerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·ge·leer·de

Bijvoeglijk naamwoord

aangeleerde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van aangeleerd
     Met een aangeboren of aangeleerde elegantie, dat was haar toen nog niet duidelijk, kweten ze zich van hun taak.[1]

Werkwoord

vervoeging van: aanleren…
verbogen vorm: aangeleerdee

aangeleerde

  1. verbogen vorm van aangeleerd, voltooid deelwoord van aanleren

Gangbaarheid

  • Het woord aangeleerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.