aangifteplichtig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aangifteplichtig (hulp, bestand)
- IPA: / aŋɣɪftəˈplɪxtəx / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·gif·te·plich·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aangifteplichtig | aangifteplichtiger | aangifteplichtigst |
verbogen | aangifteplichtige | aangifteplichtigere | aangifteplichtigste |
partitief | aangifteplichtigs | aangifteplichtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aangifteplichtig
- van een zaak dat men er melding van moet maken
- Door de destructiewet en andere strenge hygiëneregels komt miltvuur in Nederland amper meer voor. In de laatste 36 jaar, sinds de ziekte aangifteplichtig is, zijn er in Nederland slechts zeven gevallen van miltvuur bij mensen gemeld.[1]
- van een persoon dat deze iets moet melden; van een persoon dat deze een aangifteplicht heeft
Gangbaarheid
- Het woord aangifteplichtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ NRC 30 augustus 2012
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.