aanliggend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanliggend    (hulp, bestand)
  • IPA: /anˈlɪɣənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·lig·gend
stellend
onverbogen aanliggend
verbogen aanliggende
partitief aanliggends

Bijvoeglijk naamwoord

aanliggend

  1. ernaast liggend
    • Het vliegveld en de aanliggende gebouwen. 
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van: aanliggen
verbogen vorm: aanliggende

aanliggend

  1. onvoltooid deelwoord van aanliggen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord aanliggend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.