aanminnelijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanminnelijk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- aan·min·ne·lijk
Woordherkomst en -opbouw
naamwoord van handeling van minnen met het achtervoegsel -lijk
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | aanminnelijk | aanminnelijker | aanminnelijkst |
| verbogen | aanminnelijke | aanminnelijkere | aanminnelijkste |
| partitief | aanminnelijks | aanminnelijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aanminnelijk
- van een persoon: prettig om mee om te gaan, aantrekkelijk om te zien
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'aanminnelijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanminnelijk" herkend door:
| 50 % | van de Nederlanders; |
| 63 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.