aanpasbaarheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanpasbaarheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈampɑzbarhɛit/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·pas·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanpasbaarheid aanpasbaarheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deaanpasbaarheidv

  1. de mate waarin iets of iemand zich kan aanpassen
Synoniemen
  • aanpasselijkheid

Gangbaarheid

  • Het woord aanpasbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.