aanstellerig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstellerig (hulp, bestand)
- IPA: / anˈstɛlərəx / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·stel·le·rig
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van de stam van aanstellen met het achtervoegsel -erig.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanstellerig | aanstelleriger | aanstellerigst |
verbogen | aanstellerige | aanstellerigere | aanstellerigste |
partitief | aanstellerigs | aanstellerigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
- zich te veel aanstellend
- ▸ Axel heeft zijn mondkapje afgedaan en foetert op de nog altijd te lakse regeringspolitiek en het aanstellerige volk dat nu al versoepelingen van de lockdown eist.[1]
Vertalingen
Bijwoord
aanstellerig
- zich aanstellend.
Gangbaarheid
- Het woord aanstellerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanstellerig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026356186
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.