aanstotend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstotend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstotənt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·sto·tend
Werkwoord
| vervoeging van: | aanstoten |
| verbogen vorm: | aanstotende |
aanstotend
- onvoltooid deelwoord van aanstoten
| stellend | |
|---|---|
| onverbogen | aanstotend |
| verbogen | aanstotende |
| partitief | aanstotends |
Bijvoeglijk naamwoord
aanstotend [1]
- direct aan elkaar grenzend
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aanstotend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanstotend" herkend door:
| 91 % | van de Nederlanders; |
| 89 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.