aasgieren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aasgieren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aas·gie·ren

Zelfstandig naamwoord

deaasgierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aasgier
     Kwamen al mijn zonden uit het verleden en mijn zorgeloze lichtzinnigheden weer terug als aasgieren, wachtend op het einde? Ik drukte mijn zoon tegen me aan; ik wilde niet dat hij keek.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord aasgieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “Bekentenissen van een koningin” (1968), Saga, ISBN 9788726484847
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.