abdiqueren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  abdiqueren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ab·di·que·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abdiqueren
abdiqueerde
geabdiqueerd
zwak -d volledig

Werkwoord

abdiqueren

  1. inergatief vrijwillig afstand doen van bestaande rechten of verantwoordelijkheden
    • De Belgische en de Vlaamse overheid hebben schandelijk geabdiqueerd op het vlak van vakdidactisch onderzoek. 
Synoniemen

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord abdiqueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[1]
  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.