abominar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abomino abominava abominat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

abominar

  1. verfoeien, verafschuwen


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /a.βo.miˈnar/
Woordafbreking
  • a·bo·mi·nar

Werkwoord

abominar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
abominar
abominaba
abominado
volledig
  1. onovergankelijk verwensen, vervloeken
  2. overgankelijk verfoeien, verafschuwen, walgen van, gruwelen van
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.