gruwelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gruwelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣrywələ(n)/ (3 lettergrepen)
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
gruwelengruwelend
gruwelgruwelijk
gruwelinggruwelig
Woordafbreking
  • gru·we·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gruwelen
gruwelde
gegruweld
zwak -d volledig

Werkwoord

gruwelen

  1. onovergankelijk een gevoel van afgrijzen ondergaan, gruwen
    • Wij gruwelen bij de gedachte dat er mensen onder ons zijn die tot extreem geweld in staat zijn en hier ook nog van lijken te genieten. [3]
  2. overgankelijk (verouderd) doen huiveren
    • Alle Goden, die trotsche woede gruwelt mij. [4]
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

degruwelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gruwel

Gangbaarheid

  • Het woord gruwelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.