abridge

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  abridge (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /əˈbɹɪd͡ʒ/
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to  abridge 
he/she/it  abridges 
verleden tijd  abridged 
voltooid
deelwoord
 abridged 
onvoltooid
deelwoord
 abridging 
gebiedende wijs  abridge 

Werkwoord

abridge

  1. overgankelijk verkorten, inkorten, beperken, bekorten, beknotten

Gangbaarheid

96 %van de Amerikanen;
92 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.