acidity

Engels

Woordherkomst en -opbouw
  • acid + -ity, van Latijn aciditas> acidus: vergelijk Frans acidité.

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
acidity acidities

acidity

  1. (scheikunde) zuurgraad
  2. zuurheid
  3. (medisch) de overmaat aan zuur in de uitscheiding van de maag

Tsjechisch

Zelfstandig naamwoord

acidity v

  1. genitief enkelvoud van acidita.
  2. nominatief meervoud van acidita.
  3. accusatief meervoud van acidita.
  4. vocatief meervoud van acidita.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.