acodar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
acodar
acodaba
acodado
volledig

Werkwoord

acodar

Woordafbreking
  • a·co·dar
  • overgankelijk
  1. knikken, doorknikken, haaks ombuigen
  2. (landbouw) stekken, afleggen (van ranken)
  3. schoren, stutten, schragen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.