acortar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
acortar
acortaba
acortado
volledig

Werkwoord

acortar

Woordafbreking
  • a·cor·tar
  • overgankelijk
  1. innemen, inkorten (van kleding)
  2. inkorten, verkorten, korter maken
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.