ademloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ademloos    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈadɛmˌlos/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • adem·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van adem (ook stam van het werkwoord ademen) met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ademloosademlozerademloost
verbogen ademlozeademlozereademlooste
partitief ademloosademlozers-

Bijvoeglijk naamwoord

ademloos

  1. erg stil of zelfs zonder adem te halen
    • Na het vuur daalde er een ademloze stilte neer. 
  2. geboeid
Vertalingen

Bijwoord

ademloos

  1. op ademloze wijze
    • De kinderen zaten ademloos te luisteren. 

Gangbaarheid

  • Het woord ademloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.