afbedelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afbedelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·be·de·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afbedelen
bedelde af
afgebedeld
zwak -d volledig

Werkwoord

afbedelen [1]

  1. overgankelijk door te bedelen verkrijgen

Gangbaarheid

  • Het woord afbedelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
46 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.