afrentar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afrentar
afrentaba
afrentado
volledig

Werkwoord

afrentar

Woordafbreking
  • a·fren·tar
  • overgankelijk
  1. beledigen, krenken, grieven, affronteren, beschimpen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.