afspeelden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afspeelden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·speel·den

Werkwoord

vervoeging van
afspelen

afspeelden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afspelen
    • ...dat wij afspeelden. 
    • ...dat jullie afspeelden. 
    • ...dat zij afspeelden. 
     De hotels stonden namelijk onder strikte controle. Die zouden te allen tijde voorkomen dat er zich in hun complexen wantoestanden afspeelden zoals Perry Zuidam voorspiegelde.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord afspeelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.