afspeten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afspeten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·spe·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afspeten
speette af
afgespeet
zwak -t volledig

Werkwoord

afspeten

  1. overgankelijk van een spit afnemen
    • Hij trachtte de bout af te speten. 
  2. overgankelijk afspelden, geheel met spelden afzetten
    • Zij speette alles af. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'afspeten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.