afstandelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  afstandelijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑfˈstɑndələk/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • af·stan·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afstandelijkafstandelijkerafstandelijkst
verbogen afstandelijkeafstandelijkereafstandelijkste
partitief afstandelijksafstandelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

afstandelijk

  1. onverschillig, niet emotioneel ergens bij betrokken zijn
    • De afstandelijke houding van de norse arts stelde de patiënt niet gerust. 
     Waarom werd Martina toch met de seconde afstandelijker? Zowel in haar woordkeus als houding.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord afstandelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.